woensdag 3 december 2014

C2C: De jeugd van tegenwoordig

add a caption
Klungelend met mijn beslagen brillenglazen, struikel ik de tram in. Mijn rok is een stuk omhoog gekropen, dus die probeer ik tegelijkertijd naar beneden te trekken. Ik laat me op één van de lege plaatsen vallen en pak mijn telefoon om mijn moeder te informeren dat ik onderweg ben. Mijn mp3-speler is leeg, maar ik houd de oortjes in. Het geeft me de kans om met andere mensen mee te luisteren. Ik weet dat het niet goed is, maar hun gesprekken zijn zoveel interessanter dan de mijne aangezien ik alleen reis. Aan mijn linkerkant zit een ouder echtpaar. De vrouw heeft overduidelijk haar haren net laten wassen, knippen, watergolven en de man draagt een pak en zo’n platte geruite pet die zo populair zijn bij mannen boven de zeventig.  Wat schattig, dacht ik nog. Ik heb altijd al een zwakke plek gehad voor ouderen en deze twee waren geen uitzondering. Totdat ik hoorde wat ze tegen elkaar zeiden.

“Die jeugd van tegenwoordig weet zich ook niet meer te kleden, al die korte rokjes. Schandelijk is het!” De vrouw doelde overduidelijk op mij. Haar man nam het helaas niet voor me op.

“En dan maar zeuren dat er opmerkingen over gemaakt worden. Het zou verboden moeten worden.” En bedankt. Dan weet ik dat ook weer.

“In onze tijd zouden de meisjes er echt niet zo bij hebben gelopen. Alles kwam netjes tot over de knie en wij droegen kousen, geen panty’s met ladders.” Fijn, ze heeft de ladder in mijn panty ook opgemerkt.

“Jurken van goede stoffen die onze moeder voor ons maakte, met tulen rokken eronder. Pijn dat ze deden!” Wat deze vrouw helaas niet over mij weet, is dat ik geobsedeerd ben door de jaren vijftig. Ik draag jurken met petticoats eronder en zou deze jurken het liefst iedere dag dragen. Jammer genoeg zijn ze simpelweg niet praktisch en maken ze reizen met het openbaar vervoer voor mij een hel. Ik had ze dit zo graag willen vertellen, maar ik was te verlegen om op ze af te stappen. Achteraf heb ik hier spijt van. Ik had graag hun gezichten willen zien als ik het slechte nieuws bracht, maar ja, daar is het nu te laat voor. Als ik ooit de moed kan opbrengen, zal ik mensen erop aanspreken. Maar tot die tijd, vind ik het eigenlijk wel grappig om te horen wat anderen over mij te zeggen hebben.

Met z’n tweetjes liepen ze de tram uit.  Hun halte was al gekomen, jammer…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten